Losgereden
Ik fiets nog vlak achter haar en verwonder me over de snelheid die ze uit haar dunne benen tovert. Het is dan wel niet bergop maar een blik op mijn kilometertellertje laat mijn wenkbrauwen omhoog schieten. Net zoals mijn hartslag.
Ze neemt een meter voorsprong en ik zie dat ze haar hoofd een beetje draait om de omgeving op te nemen. Ik kan enkel naar haar kijken. Toen haar haren na de chemo terug begonnen te groeien hadden ze een soort peper-en-zout kleur. Ik noem het 'Designer Grey', zij omschrijft het als 'Trauma-grijs'.
Veel tijd om hierover na te denken heb ik niet want de meter van daarnet is ondertussen een volwassen voetbalplein geworden.
Wacht eens, ik ben hier de getrainde fietser! Ik probeer te roepen, maar de adem ontbreekt. Hoe harder ik fiets, des te groter wordt haar voorsprong. Het lijkt alsof de stormwind die ik op kop krijg haar een duw in de rug geeft en ik verlies haar helemaal uit het oog.
In een ultieme krachtinspanning sta ik recht op de trappers en dan wordt het zwart voor mijn ogen...
Als ik terug kan zien, kijk ik naar de wekkerradio langs mijn bed. Het is tien minuten voor vijf.
Wat een droom.
Na de eerste chemo dachten we dat de schade nog ging meevallen. Dat idee werd ons enkele uren gegund. Toen we ‘s avonds na die allereerste chemo-toediening onze besneeuwde oprit samen ontruimden hadden we een idioot optimistisch gevoel. Was dit nu waar je zoveel vreselijke verhalen over hoorde?
Daar zouden wij ons wel eens eventjes doorheen dansen. Het werd even later een kort dansje.
We wisten toen nog niet dat de volgende beurten telkens dieper sneden, maar op dat moment probeerden we er gewoon het beste van te maken.
Net voor de eerste chemokuur haalde Jacky het boek van Raymond van de Klungerd, ‘komt een vrouw bij de dokter’.
Het is een verhaal geschreven door de echtgenoot van een vrouw die een knobbeltje in haar borst ontdekt. De eerste diagnose klinkt ongevaarlijk maar als blijkt dat het over een agressieve vorm van borstkanker gaat zijn chemo, bestraling en borstamputatie de volgende stappen.
Het is een rauw verhaal, zo recht voor de raap geschreven dat het hilarisch is. Ze weigeren zich als cliche-kankerpatienten te gedragen en zijn er heilig van overtuigd dat zij dit kreukje in hun leven wel even zullen wegstrijken.
We lezen het boek samen en lachen hard met sommige herkenbare situaties in behandeling en wachtkamers. Nadien citeren we soms uitspraken uit het boek als we in de wachtzaal dezelfde observaties maken.
Het lachen vergaat me als ik de laatste hoofdstukken van het boek verwerk. De vrouw heeft uitzaaiingen en de behandelingen zijn nu uitsluitend om haar leven te verlengen.
Ik wil het boek helemaal niet meer verder lezen maar tegelijkertijd kan ik niet stoppen. Iets dwingt me om verder te lezen. Ik verwerk de bladzijden nu alleen. Als de vrouw uit het verhaal sterft kan ik met moeite mentaal overleven.
Het duiveltje is terug. En steekt een mes in mijn hart dat door niemand kan worden uitgetrokken.
Tijdens de voorbereiding van deze reis kwam kwam ik op de foto van het Jacky’s zieke hoofd uit. Je kan de ellende zo in haar ogen lezen. De foto is enkele maanden geleden gemaakt, maar ik zal me altijd het moment herinneren dat ik door de lens keek. Op dat moment was ik even een buitenstaander.
En brak mijn hart.
Jacky had haar haren zo kort mogelijk geschoren omdat ze als verpleegster wel degelijk wist wat zou volgen. Vanaf de tweede kuur waren de haren helemaal weg. In de loop van de jaren had ik wel eens een film gezien of een boek gelezen waarin het moment komt dat een kankerpatiënt voor de spiegel zit en handenvol haar verliest. Als je dit vanuit de luxepositie van niet betroffen toeschouwer ziet is het al aandoenlijk.
We hebben deze scene, dankzij die beslissing van Jacky, kunnen vermijden.
Diezelfde vrouw begint dit weekend aan een tocht die ik op dat moment ondoenbaar achtte. Ik denk aan het moment toen ik de hele route in gele fluorstift op een grote kaart van Frankrijk uittekende. Toen ik klaar was en de kaart vanop afstand bekeek leek de fluorlijn eindeloos. En zij gaat dat hele stuk meter per meter fietsen. Hoe komt het dat ze dit klaar krijgt?
Nog één dag.
Ik fiets nog vlak achter haar en verwonder me over de snelheid die ze uit haar dunne benen tovert. Het is dan wel niet bergop maar een blik op mijn kilometertellertje laat mijn wenkbrauwen omhoog schieten. Net zoals mijn hartslag.
Ze neemt een meter voorsprong en ik zie dat ze haar hoofd een beetje draait om de omgeving op te nemen. Ik kan enkel naar haar kijken. Toen haar haren na de chemo terug begonnen te groeien hadden ze een soort peper-en-zout kleur. Ik noem het 'Designer Grey', zij omschrijft het als 'Trauma-grijs'.
Veel tijd om hierover na te denken heb ik niet want de meter van daarnet is ondertussen een volwassen voetbalplein geworden.
Wacht eens, ik ben hier de getrainde fietser! Ik probeer te roepen, maar de adem ontbreekt. Hoe harder ik fiets, des te groter wordt haar voorsprong. Het lijkt alsof de stormwind die ik op kop krijg haar een duw in de rug geeft en ik verlies haar helemaal uit het oog.
In een ultieme krachtinspanning sta ik recht op de trappers en dan wordt het zwart voor mijn ogen...
Als ik terug kan zien, kijk ik naar de wekkerradio langs mijn bed. Het is tien minuten voor vijf.
Wat een droom.
Na de eerste chemo dachten we dat de schade nog ging meevallen. Dat idee werd ons enkele uren gegund. Toen we ‘s avonds na die allereerste chemo-toediening onze besneeuwde oprit samen ontruimden hadden we een idioot optimistisch gevoel. Was dit nu waar je zoveel vreselijke verhalen over hoorde?
Daar zouden wij ons wel eens eventjes doorheen dansen. Het werd even later een kort dansje.
We wisten toen nog niet dat de volgende beurten telkens dieper sneden, maar op dat moment probeerden we er gewoon het beste van te maken.
Net voor de eerste chemokuur haalde Jacky het boek van Raymond van de Klungerd, ‘komt een vrouw bij de dokter’.
Het is een verhaal geschreven door de echtgenoot van een vrouw die een knobbeltje in haar borst ontdekt. De eerste diagnose klinkt ongevaarlijk maar als blijkt dat het over een agressieve vorm van borstkanker gaat zijn chemo, bestraling en borstamputatie de volgende stappen.
Het is een rauw verhaal, zo recht voor de raap geschreven dat het hilarisch is. Ze weigeren zich als cliche-kankerpatienten te gedragen en zijn er heilig van overtuigd dat zij dit kreukje in hun leven wel even zullen wegstrijken.
We lezen het boek samen en lachen hard met sommige herkenbare situaties in behandeling en wachtkamers. Nadien citeren we soms uitspraken uit het boek als we in de wachtzaal dezelfde observaties maken.
Het lachen vergaat me als ik de laatste hoofdstukken van het boek verwerk. De vrouw heeft uitzaaiingen en de behandelingen zijn nu uitsluitend om haar leven te verlengen.
Ik wil het boek helemaal niet meer verder lezen maar tegelijkertijd kan ik niet stoppen. Iets dwingt me om verder te lezen. Ik verwerk de bladzijden nu alleen. Als de vrouw uit het verhaal sterft kan ik met moeite mentaal overleven.
Het duiveltje is terug. En steekt een mes in mijn hart dat door niemand kan worden uitgetrokken.
Tijdens de voorbereiding van deze reis kwam kwam ik op de foto van het Jacky’s zieke hoofd uit. Je kan de ellende zo in haar ogen lezen. De foto is enkele maanden geleden gemaakt, maar ik zal me altijd het moment herinneren dat ik door de lens keek. Op dat moment was ik even een buitenstaander.
En brak mijn hart.
Jacky had haar haren zo kort mogelijk geschoren omdat ze als verpleegster wel degelijk wist wat zou volgen. Vanaf de tweede kuur waren de haren helemaal weg. In de loop van de jaren had ik wel eens een film gezien of een boek gelezen waarin het moment komt dat een kankerpatiënt voor de spiegel zit en handenvol haar verliest. Als je dit vanuit de luxepositie van niet betroffen toeschouwer ziet is het al aandoenlijk.
We hebben deze scene, dankzij die beslissing van Jacky, kunnen vermijden.
Diezelfde vrouw begint dit weekend aan een tocht die ik op dat moment ondoenbaar achtte. Ik denk aan het moment toen ik de hele route in gele fluorstift op een grote kaart van Frankrijk uittekende. Toen ik klaar was en de kaart vanop afstand bekeek leek de fluorlijn eindeloos. En zij gaat dat hele stuk meter per meter fietsen. Hoe komt het dat ze dit klaar krijgt?
Nog één dag.