MAANDAG 12 SEPTEMBER 2011
Dag 9: Loches-Saint Savin; 97 km. Totaal 933 km.
Maandag, de eerste dag van een nieuwe week.
Volgende week rond deze tijd weten we of we het gehaald hebben. Ik zou niet al mijn geld inzetten op de zekerheid dat we met de fiets in Lourdes geraken want de tocht is zwaar. Heel zwaar.
We worden er goed in; vertrekken uit stadjes waar we nog nooit eerder waren. Het is iedere keer weer even navigeren om zo snel mogelijk op onze route te komen, maar het gaat steeds beter.
Ook al omdat we elke avond de route van de volgende dag uitgebreid bekijken.
‘Het Ding’ doet ondertussen aardig zijn best om terug vriendschap met ons te sluiten. Ondertussen heb ik de instellingen nog eens aangepast heb en vinkte ik gewoon alle kaarten uit. Dat resulteerde in een doodsimpel schermpje; een rode streep (onze route) en een zwart pijlpuntje (onze fietsen) op een lichtblauw schermpje dat verder geen enkele info laat zien.
Als je die twee dingen in elkaars buurt kan houden zit je goed. Hij noemt geen wegen, maar windrichtingen. Vandaag heeft Het Ding zelfs een paar keer meegesproken in een beslissing, telkens toen we op kruispunten in het midden van nergens stonden, geen aanwijzingen, geen nummerwegen.
Snel weggeraakt uit Loches dus, maar een tiental kilometer moeten we noodgedwongen halt houden bij de eerste platte band van deze tocht. We hebben op dat moment al enkele stevige beklimmingen gehad als opwarmer, maar we zijn al blij dat de bewolkte hemel het water voorlopig nog kan ophouden.
Om de achterband van mijn fiets te vervangen moet ik eerst de bagage afnemen, dan het wiel uitnemen en een nieuwe band opleggen. Gedurende heel de tijd die ik nodig heb om de reparatie uit te voeren gaat een hond achter de omheining totaal uit de bol en blaft zich de longen uit het springende lijf.
We rijden door een landschap dat aan een combinatie van Haspengouw en Ardennen doet denken. Geen meter plat dus. We zien de ene antieke boerderij na de andere, kleine kasteeltjes van vroegere edelen en tal van eeuwenoude, piepkleine huisjes. De weg blijft tientallen kilometers golven, waarbij het woordje ‘golvend’ veel te bescheiden gekozen is.
We zweten ons, ondanks de afwezigheid van de zon, te pletter.
Omstreeks het middaguur hebben we zoveel krachten moeten aanspreken dat het hoog tijd wordt om de tank terug te vullen. Dat doen we nog net voor we een natuurreservaat induiken met meer dan tweehonderd grote vijvers. Het is nu iets minder golvend maar de wind is ondertussen hevig geworden.
Natuurlijk blaast hij weer op onze neus.
Mijn tweede lekke band van de dag en ik ontdek tot mijn verbazing dat onze reservebanden niet onderling wisselbaar zijn. De ventielmaat van Jacky’s banden past helemaal niet op mijn velgen zodat ik mijn reserveband moet plakken. Dat is snel gedaan, maar bij het oppompen loopt het fout als het ventiel volledig van de band scheurt.
Opnieuw beginnen, een andere band plakken en vertrekken. Op dit moment rij ik dus zonder reservebanden rond en de fietsenwinkels zijn uitermate schaars.
Terug uit het natuurreservaat worden de hellingen weer veel frequenter en ik zie dat Jacky door haar krachten raakt. De felle kopwind maakt het zo mogelijk nog zwaarder en na iedere klim buigt ze iets dieper over haar stuur.
Ik geef ze af en toe een duwtje, spreek op haar in en adviseer over schakelen en terugschakelen. We breken de afstand door niet over onze dagbestemming te praten, maar viseren ons gewoon iedere keer op het volgende dorp.
Tijdens de beklimmingen praat ik haar tot de volgende boom, dat volgend struikje. En dan eindelijk tot de top.
Als ik ze zie afzien vraag ik me af waarom ze het blijft volhouden en waar ze de kracht in dat frêle lijf blijft vinden.
Hetzelfde lijf waarin werd weggesneden, waarin wekenlang vier drains hingen alsof het door pijlen aangeschoten werd. De drains moesten het wondvocht van de operatie als het ware afvoeren en zorgden ervoor dat ze tijdens die periode nooit op haar gemak kon zitten of liggen.
Een lijf dat door chemo werd vergiftigd en week na week na week, elke dag opnieuw bestralingen moest incasseren. Een kapotte slokdarm die het eten op momenten onmogelijk maakte. Het lichaam dat verschillende maanden een cathether kreeg ingeplant die pijn deed bij elke beweging. Het zuiver maken van die cathether was een pijnlijke gebeurtenis maar moest regelmatig gebeuren.
De honderden spuiten die ze kreeg, terwijl ze zo schrik heeft van inspuitingen. Hoe heeft ze dit alles kunnen verdragen?
Omdat het moest. Omdat ze wou leven. Ze wil geen afscheid nemen, er zijn nog teveel dingen die ze wil waarmaken, die ze wil doen. En eentje daarvan is; met de fiets in Lourdes geraken. Als dat lukt kunnen andere dingen ook lukken. Daarom gaat ze zo diep. Ik kan haar dus alleen maar steunen.
Omdat er ook eens iets moet gebeuren dat ze zelf wil. Omdat ze het verdomme verdient.
Weer een klim achter de rug, weer een afdaling waar getrapt moet worden. Maar eindelijk, net op het moment dat de lucht breekt, kunnen we de fietsen tegen de muur van het enige hotel in Saint-Savin laten vallen. 97 kilometer.
We wensen elkaar proficiat en houden elkaar even vast. Tijd voor een welverdiend warm bad.
A Bientot! 12-09-2011
Dag 9: Loches-Saint Savin; 97 km. Totaal 933 km.
Maandag, de eerste dag van een nieuwe week.
Volgende week rond deze tijd weten we of we het gehaald hebben. Ik zou niet al mijn geld inzetten op de zekerheid dat we met de fiets in Lourdes geraken want de tocht is zwaar. Heel zwaar.
We worden er goed in; vertrekken uit stadjes waar we nog nooit eerder waren. Het is iedere keer weer even navigeren om zo snel mogelijk op onze route te komen, maar het gaat steeds beter.
Ook al omdat we elke avond de route van de volgende dag uitgebreid bekijken.
‘Het Ding’ doet ondertussen aardig zijn best om terug vriendschap met ons te sluiten. Ondertussen heb ik de instellingen nog eens aangepast heb en vinkte ik gewoon alle kaarten uit. Dat resulteerde in een doodsimpel schermpje; een rode streep (onze route) en een zwart pijlpuntje (onze fietsen) op een lichtblauw schermpje dat verder geen enkele info laat zien.
Als je die twee dingen in elkaars buurt kan houden zit je goed. Hij noemt geen wegen, maar windrichtingen. Vandaag heeft Het Ding zelfs een paar keer meegesproken in een beslissing, telkens toen we op kruispunten in het midden van nergens stonden, geen aanwijzingen, geen nummerwegen.
Snel weggeraakt uit Loches dus, maar een tiental kilometer moeten we noodgedwongen halt houden bij de eerste platte band van deze tocht. We hebben op dat moment al enkele stevige beklimmingen gehad als opwarmer, maar we zijn al blij dat de bewolkte hemel het water voorlopig nog kan ophouden.
Om de achterband van mijn fiets te vervangen moet ik eerst de bagage afnemen, dan het wiel uitnemen en een nieuwe band opleggen. Gedurende heel de tijd die ik nodig heb om de reparatie uit te voeren gaat een hond achter de omheining totaal uit de bol en blaft zich de longen uit het springende lijf.
We rijden door een landschap dat aan een combinatie van Haspengouw en Ardennen doet denken. Geen meter plat dus. We zien de ene antieke boerderij na de andere, kleine kasteeltjes van vroegere edelen en tal van eeuwenoude, piepkleine huisjes. De weg blijft tientallen kilometers golven, waarbij het woordje ‘golvend’ veel te bescheiden gekozen is.
We zweten ons, ondanks de afwezigheid van de zon, te pletter.
Omstreeks het middaguur hebben we zoveel krachten moeten aanspreken dat het hoog tijd wordt om de tank terug te vullen. Dat doen we nog net voor we een natuurreservaat induiken met meer dan tweehonderd grote vijvers. Het is nu iets minder golvend maar de wind is ondertussen hevig geworden.
Natuurlijk blaast hij weer op onze neus.
Mijn tweede lekke band van de dag en ik ontdek tot mijn verbazing dat onze reservebanden niet onderling wisselbaar zijn. De ventielmaat van Jacky’s banden past helemaal niet op mijn velgen zodat ik mijn reserveband moet plakken. Dat is snel gedaan, maar bij het oppompen loopt het fout als het ventiel volledig van de band scheurt.
Opnieuw beginnen, een andere band plakken en vertrekken. Op dit moment rij ik dus zonder reservebanden rond en de fietsenwinkels zijn uitermate schaars.
Terug uit het natuurreservaat worden de hellingen weer veel frequenter en ik zie dat Jacky door haar krachten raakt. De felle kopwind maakt het zo mogelijk nog zwaarder en na iedere klim buigt ze iets dieper over haar stuur.
Ik geef ze af en toe een duwtje, spreek op haar in en adviseer over schakelen en terugschakelen. We breken de afstand door niet over onze dagbestemming te praten, maar viseren ons gewoon iedere keer op het volgende dorp.
Tijdens de beklimmingen praat ik haar tot de volgende boom, dat volgend struikje. En dan eindelijk tot de top.
Als ik ze zie afzien vraag ik me af waarom ze het blijft volhouden en waar ze de kracht in dat frêle lijf blijft vinden.
Hetzelfde lijf waarin werd weggesneden, waarin wekenlang vier drains hingen alsof het door pijlen aangeschoten werd. De drains moesten het wondvocht van de operatie als het ware afvoeren en zorgden ervoor dat ze tijdens die periode nooit op haar gemak kon zitten of liggen.
Een lijf dat door chemo werd vergiftigd en week na week na week, elke dag opnieuw bestralingen moest incasseren. Een kapotte slokdarm die het eten op momenten onmogelijk maakte. Het lichaam dat verschillende maanden een cathether kreeg ingeplant die pijn deed bij elke beweging. Het zuiver maken van die cathether was een pijnlijke gebeurtenis maar moest regelmatig gebeuren.
De honderden spuiten die ze kreeg, terwijl ze zo schrik heeft van inspuitingen. Hoe heeft ze dit alles kunnen verdragen?
Omdat het moest. Omdat ze wou leven. Ze wil geen afscheid nemen, er zijn nog teveel dingen die ze wil waarmaken, die ze wil doen. En eentje daarvan is; met de fiets in Lourdes geraken. Als dat lukt kunnen andere dingen ook lukken. Daarom gaat ze zo diep. Ik kan haar dus alleen maar steunen.
Omdat er ook eens iets moet gebeuren dat ze zelf wil. Omdat ze het verdomme verdient.
Weer een klim achter de rug, weer een afdaling waar getrapt moet worden. Maar eindelijk, net op het moment dat de lucht breekt, kunnen we de fietsen tegen de muur van het enige hotel in Saint-Savin laten vallen. 97 kilometer.
We wensen elkaar proficiat en houden elkaar even vast. Tijd voor een welverdiend warm bad.
A Bientot! 12-09-2011