ZATERDAG 17 SEPTEMBER 2011
Dag 14: Cazoubon-Tarbes; 94 Km. Totaal: 1455 km.
Als beloning kon het gisterenavond tellen.
We zitten buiten op het terras van ons Chateau, onze verhitte huid afkoelend in de avondlucht. De lichten in het park zijn ontstoken en we worden bediend door een vriendelijke pinguin. De man heeft het postuur van een olympisch worstelkampioen maar draagt zijn smoking met zoveel allure dat het haast een eer is om door hem bediend te worden. Jacky krijgt een wijntje van het huis en ik zondig tegen alle regels in door voor mezelf een ijskoude pint te vragen.
De pinguin knipoogt begrijpend.
We klinken op een geslaagde dag en weten op dat moment nog niet dat we hier vanavond één van de lekkerste en meest romantische maaltijd opgediend krijgen die we ooit mochten genieten.
Wat we wel weten op het ogenblik dat de pint en het glas wijn elkaar klinkend raken: het leven is mooi.
Later, veel later op de avond, is Jacky in slaap gevallen terwijl we de route van de volgende dag bekeken. Ze is vandaag zo diep gegaan dat ik blij ben dat ze nu kan rusten.
Ik bekijk de kaarten die we bijhebben, zoek wat info op internet en zie dat er veel regen wordt gegeven voor de rit van morgen. We fietsen richting Pyreneeën en op de oorspronkelijke route staan beklimmingen die weer veel inspanningen zullen vragen.
Ik kijk naar haar bruinverbrande huid die met de witte kussens als achtergrond lijkt te gloeien. Nog niet zo lang geleden was haar kleur bleek, haast wit als de kussens waar ze nu op ligt.
Nu ziet ze er fantastisch uit.
Buiten barst een hevig onweder los, bliksems laten de kamer oplichten. Donderslagen laten de oude plankenvloer rammelen en ik moet de dubbele vensters dichtdoen om de stortregen buiten te houden. Jacky slaapt door.
Ik vind een alternatieve route waardoor er enkel in het begin van de rit beklimmingen zullen zitten. Het alternatief is de vlakte van de Adour blijven volgen. Tevreden plooi ik de kaarten op en begin ik aan onze blog te schrijven.
Als we de volgende morgen aan het ontbijt zitten horen we de regen op het verandadak klateren. De weersvoorspelling zit hier dus duidelijk goed. We maken de fietsen en bagage regenklaar en doen onze jassen zwijgend aan.
En dan, als we onze fietsen uit de garage duwen, stopt het met regenen. Jacky lacht en we High-fiven twee keer.
We beginnen met een helse afdaling, gevolgd door enkele kilometers heuvelwerk. De jassen gaan snel uit en in de vochtige ochtendlucht kunnen we weer genieten van de prachtige vergezichten over deze natte omgeving. Mist stijgt vanuit de weiden op en het bladerdek van de bomen schudt de druppels op ons neer.
Een ree loopt vanuit een maisveld de smalle weg op en springt verschrikt over de berm als we komen aanfietsen. Een buizerd vliegt op luttele meters afstand een stukje met ons mee maar besluit dan dat deze prooi net iets teveel van het goede is. We fietsen langs een weide met een goedgezinde ezel en lachen met het gebalk dat terugklinkt.
We nemen afscheid van de route uit het boek en zoeken vanaf hier ons eigen spoor. Ik haal het boekje uit de maphouder van mijn stuurtas en steek een opgevouwen kaart in de plaats. Langzaam vorderen we door de vlakte, eerst op eindeloze lange rechte wegen maar dan komen we op verbindingswegen die van dorpje tot dorpje lopen.
Dit stukje Frankrijk is nog onbekend terrein voor me en ik geniet er des te meer van. Jacky geniet ook maar de zware rit van gisteren zit nog in haar vermoeide benen. Afgelopen nacht, rond drie uur, schoot ze schreeuwend wakker van de krampen in haar been.
Zelfs met stretchen duurde het lang voordat haar spieren terug ontspanden.
We kozen gisteren Vic-en-Bigorre uit als eindbestemming voor vandaag maar omdat we door de vlakte goed opschieten besluiten we vandaag gewoon zo ver mogelijk door te stoten.
We anticiperen op het slechte weerbericht van morgen en profiteren van het feit dat het nog altijd niet regent. We ontdekken een wegwijzer naar Tarbes en lezen dat het nog 39 kilometer tot deze stad is. Op de kaart was dit onze laatste rustpauze voordat we Lourdes zouden bereiken.
‘Wat doen we?’ vraag ik, maar aan het gezicht van Jacky kan ik het antwoord al zien.
‘Doorrijden!’
‘Zeker?’
Ik weet dat het niet onverstandig is om door te rijden zolang het niet regent, maar ik zie ook dat Jacky niet zonder moeite fietst.
Ze knikt heel enthousiast en we trekken onze zware fietsen terug op snelheid.
Op enkele tientallen kilometers van Tarbes voeren de wolken hun dreiging op, maar we houden een constante snelheid aan die we toch makkelijk kunnen onderhouden. We stoppen nog regelmatig om bij te drinken maar tijdens het fietsen zijn we beiden bij onze eigen gedachten. Als we inderdaad Tarbes kunnen bereiken is dit onze laatste grote rit van de reis.
Lourdes ligt, bij wijze van enthousiast spreken, op een boogscheut van Tarbes maar we spreken bewust niet over de Ultieme Bestemming. Het is een spontaan ontstane, stilzwijgende overeenkomst om het lot niet te tarten op deze laatste dagen.
De allerlaatste kilometers doet Jacky weer op karakter. Ze volgt me door de drukte van de stad en pas als de fietsen in de garage van ons hotel zijn opgeborgen houden we elkaar even stevig vast. We checken in, slepen onze bagage tientallen treden hoger en ontdekken dan pas de lift. De kamer is extreem ruim en heeft behalve een grote gescheiden badkamer ook nog een gezellige zithoek en balkon met zicht op de ingesloten binnentuin.
Net op dit moment begint het terug te regenen.
Ons gekke plan zou best wel eens kunnen lukken. We zijn er bijna…
A Bientot
Dag 14: Cazoubon-Tarbes; 94 Km. Totaal: 1455 km.
Als beloning kon het gisterenavond tellen.
We zitten buiten op het terras van ons Chateau, onze verhitte huid afkoelend in de avondlucht. De lichten in het park zijn ontstoken en we worden bediend door een vriendelijke pinguin. De man heeft het postuur van een olympisch worstelkampioen maar draagt zijn smoking met zoveel allure dat het haast een eer is om door hem bediend te worden. Jacky krijgt een wijntje van het huis en ik zondig tegen alle regels in door voor mezelf een ijskoude pint te vragen.
De pinguin knipoogt begrijpend.
We klinken op een geslaagde dag en weten op dat moment nog niet dat we hier vanavond één van de lekkerste en meest romantische maaltijd opgediend krijgen die we ooit mochten genieten.
Wat we wel weten op het ogenblik dat de pint en het glas wijn elkaar klinkend raken: het leven is mooi.
Later, veel later op de avond, is Jacky in slaap gevallen terwijl we de route van de volgende dag bekeken. Ze is vandaag zo diep gegaan dat ik blij ben dat ze nu kan rusten.
Ik bekijk de kaarten die we bijhebben, zoek wat info op internet en zie dat er veel regen wordt gegeven voor de rit van morgen. We fietsen richting Pyreneeën en op de oorspronkelijke route staan beklimmingen die weer veel inspanningen zullen vragen.
Ik kijk naar haar bruinverbrande huid die met de witte kussens als achtergrond lijkt te gloeien. Nog niet zo lang geleden was haar kleur bleek, haast wit als de kussens waar ze nu op ligt.
Nu ziet ze er fantastisch uit.
Buiten barst een hevig onweder los, bliksems laten de kamer oplichten. Donderslagen laten de oude plankenvloer rammelen en ik moet de dubbele vensters dichtdoen om de stortregen buiten te houden. Jacky slaapt door.
Ik vind een alternatieve route waardoor er enkel in het begin van de rit beklimmingen zullen zitten. Het alternatief is de vlakte van de Adour blijven volgen. Tevreden plooi ik de kaarten op en begin ik aan onze blog te schrijven.
Als we de volgende morgen aan het ontbijt zitten horen we de regen op het verandadak klateren. De weersvoorspelling zit hier dus duidelijk goed. We maken de fietsen en bagage regenklaar en doen onze jassen zwijgend aan.
En dan, als we onze fietsen uit de garage duwen, stopt het met regenen. Jacky lacht en we High-fiven twee keer.
We beginnen met een helse afdaling, gevolgd door enkele kilometers heuvelwerk. De jassen gaan snel uit en in de vochtige ochtendlucht kunnen we weer genieten van de prachtige vergezichten over deze natte omgeving. Mist stijgt vanuit de weiden op en het bladerdek van de bomen schudt de druppels op ons neer.
Een ree loopt vanuit een maisveld de smalle weg op en springt verschrikt over de berm als we komen aanfietsen. Een buizerd vliegt op luttele meters afstand een stukje met ons mee maar besluit dan dat deze prooi net iets teveel van het goede is. We fietsen langs een weide met een goedgezinde ezel en lachen met het gebalk dat terugklinkt.
We nemen afscheid van de route uit het boek en zoeken vanaf hier ons eigen spoor. Ik haal het boekje uit de maphouder van mijn stuurtas en steek een opgevouwen kaart in de plaats. Langzaam vorderen we door de vlakte, eerst op eindeloze lange rechte wegen maar dan komen we op verbindingswegen die van dorpje tot dorpje lopen.
Dit stukje Frankrijk is nog onbekend terrein voor me en ik geniet er des te meer van. Jacky geniet ook maar de zware rit van gisteren zit nog in haar vermoeide benen. Afgelopen nacht, rond drie uur, schoot ze schreeuwend wakker van de krampen in haar been.
Zelfs met stretchen duurde het lang voordat haar spieren terug ontspanden.
We kozen gisteren Vic-en-Bigorre uit als eindbestemming voor vandaag maar omdat we door de vlakte goed opschieten besluiten we vandaag gewoon zo ver mogelijk door te stoten.
We anticiperen op het slechte weerbericht van morgen en profiteren van het feit dat het nog altijd niet regent. We ontdekken een wegwijzer naar Tarbes en lezen dat het nog 39 kilometer tot deze stad is. Op de kaart was dit onze laatste rustpauze voordat we Lourdes zouden bereiken.
‘Wat doen we?’ vraag ik, maar aan het gezicht van Jacky kan ik het antwoord al zien.
‘Doorrijden!’
‘Zeker?’
Ik weet dat het niet onverstandig is om door te rijden zolang het niet regent, maar ik zie ook dat Jacky niet zonder moeite fietst.
Ze knikt heel enthousiast en we trekken onze zware fietsen terug op snelheid.
Op enkele tientallen kilometers van Tarbes voeren de wolken hun dreiging op, maar we houden een constante snelheid aan die we toch makkelijk kunnen onderhouden. We stoppen nog regelmatig om bij te drinken maar tijdens het fietsen zijn we beiden bij onze eigen gedachten. Als we inderdaad Tarbes kunnen bereiken is dit onze laatste grote rit van de reis.
Lourdes ligt, bij wijze van enthousiast spreken, op een boogscheut van Tarbes maar we spreken bewust niet over de Ultieme Bestemming. Het is een spontaan ontstane, stilzwijgende overeenkomst om het lot niet te tarten op deze laatste dagen.
De allerlaatste kilometers doet Jacky weer op karakter. Ze volgt me door de drukte van de stad en pas als de fietsen in de garage van ons hotel zijn opgeborgen houden we elkaar even stevig vast. We checken in, slepen onze bagage tientallen treden hoger en ontdekken dan pas de lift. De kamer is extreem ruim en heeft behalve een grote gescheiden badkamer ook nog een gezellige zithoek en balkon met zicht op de ingesloten binnentuin.
Net op dit moment begint het terug te regenen.
Ons gekke plan zou best wel eens kunnen lukken. We zijn er bijna…
A Bientot