Guido Kees auteur
  • Guido Kees
  • Boeken
  • Pixie's blog
  • Blog
  • Contact
  • Kort (verhaal) maar Krachtig
  • Winkel
    • Boekenwinkel
    • Tekstwinkel

blog

fietsreis lourdes 10/9/2011: Montargis-beaugency

10/9/2011

0 Reacties

 
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 2011

Dag 7: Montargis-Beaugency; 110 km. Totaal: 718 Km.

Als we het rijtje afgaan moeten we morgen logischerwijze regen krijgen.

We kregen de eerste dagen stormwind, vandaag een hittegolf, dus volgens de statistieken moet het morgen gewoon regenen.

Net even de weerberichten bekeken en inderdaad: morgen kunnen we best onze regenpakken paraat houden.

Maar laten we het eerst over vandaag hebben.

De voorbije week had onze slaap veel weg van een comateuze toestand. We sliepen alsof ons lever ervan afhing. Diepe, weldadige en heerlijk deugddoende slaap.

Met uitzondering van vorige nacht.

Ik weet niet waar ons hotel hun matrassen haalde, maar ik weet wel dat ze er nooit veel voor kunnen betaald hebben. Eén nacht op zo’n onding was vermoeiender dan een hele dag in het zadel. Het voordeel was dat we in het midden van de nacht de prachtige sterrenhemel ontdekten.

We hebben onze tactiek, in zoverre we tactieken hebben, aangepast.

We vertrekken gewoon zo vroeg mogelijk. Dat heeft vandaag als gevolg dat we onszelf heel vroeg op de oevers van Canal d’Orleans terugvinden.  78 Kilometer onverharde maar pure romantiek. Ik vermoed dat de Fransen dit stukje paradijs vergeten zijn want er is absoluut geen mens te zien.

We fietsen over een smal paadje op de oevers van dit oude kanaal en vallen van de ene verbazing in de andere. We rijden door het decor van postkaarten en zeer gelukte stillevens. De eerste kilometers neem ik regelmatig foto’s maar dat geef ik snel op omdat iedere meter gewoon uitnodigt om foto’s te blijven nemen.

Treurwilgen dopen de toppen van hun hangende takken in het rustige water als reiken ze naar hun wazig groene spiegelbeeld. Eeuwenoude dikke eiken vertellen verhalen over edelen die vroeger tegen hun stam een genietend dutje kwamen doen.

Een muskusrat duikt verschrikt onder en een reiger vliegt met verbazingwekkend gemak en zelfvertrouwen een stuk langs Jacky. We stoppen om twee zwanen goedemorgen te wensen maar moeten dan weer verder richting Orleans.

Het is warm vandaag, heel warm en we prijzen ons gelukkig dat we hier regelmatig in de schaduw van de vele bomen kunnen fietsen.

Als we dan ook het ‘Forestiére D’Orleans’ dwars kruisen via een brede gravelweg van bijna 15 kilometer lang, voelen we de hitte reflecteren op het bleke grind.

De plaats die voor deze stoffige weg is vrijgemaakt is zo breed dat de bomen geen schaduw geven aan de zeldzame passanten. Volgens ‘Het Ding’ loopt de temperatuur op tot boven de dertig graden. Gelukkig zijn we erop voorzien en sleuren we bijna zes liter water mee.

Hier heb je geen mogelijkheden om onderweg even een drankautomaat aan te doen.

Ik ben bezorgd om Jacky.

De herinnering aan alles wat voorging is nog te vers en maakt me misschien wel overbezorgd. Ik kan niet vergeten wat ze de vorige maanden heeft moeten doorstaan. Als ik vraag of het gaat knikt ze dat alles in orde is, maar ik speur naar tekenen die dat tegenspreken.

Ze doet het ongelooflijk goed, maar ik weet dat ze sinds de operatie zelden echt zonder pijn is. Dat ze dit doorstaat heeft meer met karakter te maken dan met conditie. We stoppen om de paar kilometer, wandelen tot in de schaduw van de bomen om te drinken. Als we dit stuk uiteindelijk achter de rug hebben geven we elkaar een pletsende High Five.

Na dit woud pikken we graag terug de laatste kilometers van ‘Canal D’orleans’ mee. Maar niet voordat we eerst weer heerlijk eten en rusten op een bank met een vijfsterren-uitzicht op het kleine, oude kanaal.

We zien de vergane silhouetten van vroegere schepen, getrokken door paarden of armoezaaiers die voor hun dagmaal hele dagen de zwaarbeladen schuiten naar Orleans sleepten. We zien de voetstappen van avonturiers die via dit pad hun geluk in de stad opzochten in een laatste kans op rijkdom.

We passeren vele kleine sluizen, oud en lang geleden voor het laatst gebruikt, en zoeken telkens de best berijdbare oever uit. De oude waterweg komt net voor Orleans in de brede Loire terecht. Op de oevers van deze grote rivier, ook weer onverhard, is de hitte nu werkelijk ongenadig.  Toch zijn we tevreden want vandaag stond er zoveel offroad op het programma dat regen een ramp geweest zou zijn.

We kruisen Orleans, op een drukke zaterdag.

Ik probeer kwaad te kijken als ik een paar Orleaners tegenkom. Hebben zij er niet voor gezorgd dat Jeanne d’Arc hier uiteindelijk, door een laffe list, op de brandstapel geraakte? Maar als ze vriendelijk knikken kan ik niet anders dan mijn bezwete hand opsteken. We vinden een terras en hangen even de toerist uit. In een klein rommelig winkeltje vullen we onze voorraadkast terug bij, met speciale aandacht voor de drankafdeling.

We zijn weer gelukkig als we de massa, hoe gezellig ook, achter ons kunnen laten en de groene fietsroute ‘Loire a velo’ vinden.

Als we aan het begin van deze route even in de schaduw staan en afkoeling zoeken, zien we een andere fietsreiziger aankomen. Rugzak, twee fietstassen en een slaapmatje gebonden op een gammele fiets die met staaldraad aan elkaar hangt.

Het tuig is waarschijnlijk ooit in een supermarkt gekocht en daarna zeven keer doorverkocht totdat een gefrustreerde eigenaar het ding in de gracht dumpte. Waarop deze man de fiets uiteindelijk vond en meenam. De man, klein en gedrongen en met een haardos die in geen enkele fietshelm past stopt bij ons.

De vele uren in de zon kleurde zijn huid in de donkerste bruintint. Hij is totaal uitgedroogd.

In zwaar gebroken Frans vraagt hij waar hij kan drinken. Als hij het vraagt moet hij enkele keren slikken om de woorden over zijn gesprongen lippen te krijgen. Om te vermijden dat we getuige zijn van zijn laatste woorden, geven we hem te drinken.

Behalve fris water kochten we in Orleans ook nog een aantal ijskoude drankblikjes. We geven hem drank en na een korte verwonderde blik van hem neemt hij het zeer dankbaar aan. Hij geniet duidelijk van de koude cola en laat het hele blikje in een enkele keer leeglopen. Hij is Italiaan en kan, eens zijn keel is gesmeerd, vertellen over zijn reizen naar Compostella en Canterbury. Nu volgt hij de Loire van bron tot einde. Rare mensen, die fietsreizigers. We vullen zijn aftandse drinkbus tot de rand. We nemen afscheid van onze nieuwe beste vriend en vervolgen de warme weg naar Beaugency.

Klokslag zes, fietsen we in de smalle, steile steegjes van deze antieke stad, op zoek naar ons hotel van vandaag.

We hebben 110 kilometer afgewerkt, grotendeels over onverharde maar goed berijdbare geheime paadjes.

We vinden een aanlokkelijk hotel op een klein maar uiterst gezellig plein waar marktkramers hun waren inladen en hun tentjes afbreken. Voor we inchecken koopt Jacky nog snel wat extra drank en eten in een winkel naast het hotel.

Ik hou de wacht bij de fietsen en kijk op mijn gemak naar alles wat zich rond me afspeelt. De vriendelijke kasbediende stopt de spullen die Jacky kocht zelfs in een doos en komt de gekochte waar buiten aan me afgeven. Over service gesproken.

De douche doet meer dan deugd.

Vraag me niet waarom maar ik heb een voorgevoel dat er ons morgen best wel eens een lange douche zou te wachten kunnen staan…

A Bientot

Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 9/9/2011: sens=montargis

9/9/2011

0 Reacties

 
VRIJDAG 9 SEPTEMBER 2011

Dag 6: Sens-Montargis; 75 km. Totaal 607 km.

Om iets na vijf uur in de morgen schiet ik wakker door het geluid van een vrachtwagen die onder het raam dendert.

Het duurt een paar seconden voordat ik kan schakelen. De kamer komt me niet dadelijk bekend voor maar dan herinner ik me dat ik niet thuis in bed lig maar in het zoveelste hotel van deze week.

Gisterenavond hadden we ons bed omgetoverd in een crisiscentrum. Dat kan een beetje vreemd klinken, maar lees even verder voordat er verkeerde gedachten ontstaan.

Kaarten, gidsen, laptop, papier en pen lagen verspreid over het dekbed en ondergetekenden hingen of lagen in een positie die spierkrampen afhielden. We zien ondertussen al een beetje uit als fietsveteranen. En eerlijk gezegd voelen we ons zo wel een beetje.

De reden van dit beraad was eenvoudig; we vonden binnen een dag fietsen geen overnachtingsmogelijkheden. We contacteerden Bed and breakfasts en het enkel hotelletje dat na 100 kilometer op onze route lag. De antwoorden die we kregen waren volzet, volzet en failliet.

We hebben geen andere optie; in het midden van bossen en te ver van de volgende dorpen wil je jezelf niet terugvinden als de avond valt. We hebben geen tent bij en al helemaal geen zin om in open lucht te overnachten. Met deze wind willen we echter absoluut vermijden dat we verplicht zijn om te ver door te fietsen.

De meest verstandige beslissing was dan ook de rit iets in te korten en Montargis als onze volgende bestemming te kiezen. Een dagrit van 75 kilometer, maar het alternatief was ver, veel te ver en zou betekenen dat we een aanzienlijke afstand over de honderd kilometer zouden moeten fietsen.

De inspanningen van de laatste dagen, de beklimmingen en vooral de niet aflatende stormwind hebben veel geëist dus was het tijd om de wonden te likken, elkaar wat op te lappen en ons even te reorganiseren. Montargis zou het worden.

Vroeg op, dus vroeg weg. De eerste meevaller van de dag: we zitten pal op de route dus geen tijd verliezen om Sens te verlaten.

De eerste kilometers gaan vlot, zeer vlot zelfs. De weg was nog druk, maar we kiezen er vandaag bewust voor om onverharde wegen te mijden. Vrachtwagens, bussen en auto’s raasden bijna ononderbroken langs ons door, op weg naar hun eigen bestemmingen van die dag. Na al die kilometers verlaten wegen is dit even hardcore voor fietsers.

Die drukke weg was gelukkig snel achter de rug en we konden nu terug de kleine fietswegen gebruiken.

Maar… er is vandaag duidelijk iets aan de hand.

Op die kleine wegen kunnen we de krekels horen, de vogels. Ja, zelfs het suizen van het profiel van onze banden op het asfalt is hoorbaar.

Het ononderbroken kabaal van de wind is weg!

De dreigende stormvlagen van de voorbije dagen, de beukende en vechtende wind had het opgegeven. Eindelijk heeft hij begrepen dat hij dit koppel niet kan kleinkrijgen. Vandaag stuurt de Coach ons een zacht briesje dat speels en vriendelijk op onze rechterschouder klopt. Een lieve streling van een oude bekende die zich schuldig voelt omdat hij ons het leven de voorbije dagen zo zwaar maakte.

Hij biedt ons een wapenstilstand aan. Wij aanvaarden.

We schieten eindelijk op en kunnen aan een normaal tempo fietsen. De bergen zijn makkelijker en de afdalingen zijn hemels. We genieten nu als nooit tevoren en doorkruisen tal van kleine dorpjes met namen die zo lang zijn dat je uit het dorp bent als je de naam eindelijk uitgesproken hebt. Villeneuve-sur-Yonne, Saint Martin d’ordon, La Chapelle Saint Sepulcre zijn enkele van de onooglijke plaatsjes die we ontdekken. En ook weer snel verlaten. We fietsen op paden met perfect asfalt en rijden tientallen kilometers door prachtige wouden. Er is geen verkeer, geen wind en de zon zet alles in honderden tinten groen. Massieve bomen en naaldwoud, weilanden en terug woud. We zien Robin Hood en zijn companen, we zien everzwijnen en onherkenbare boswezens die in de donkere bescherming van het diepe bos vluchten.

Op het middaguur houden we halt op een uitnodigende open plek in het bos.

Warme lichtstralen duiden een plaats aan in het gras en we installeren ons voor een uitgebreide picnic. Terwijl we languit op dit piepklein stukje gras liggen en proeven van de lekkernijen die uit onze tassen tevoorschijn komen, genieten we van het moment.

We koesteren de stilte en de zachte achtergrondgeluiden van deze wondermooie plaats. Er kruipen twee lieveheerebeestjes over onze benen en verlegen bosnimfen giechelen vanachter de dikke bomen. Een libelle draait een verkennend rondje boven onze hoofden en in de verte laat de koekoek weten dat hij terug thuis is. Dit tafereel is zo perfect dat het haast fysiek pijn doet om door te fietsen.

Ik wil hier blijven zitten in dit cocoon van geen zorgen.

Ik wil hier gewoon blijven zitten en voelen hoe klimop mijn benen kleedt en de boom zich rond mijn rug vormt. Ik wil hier blijven zitten tot alle dieren van het bos gewend zijn aan mijn aanwezigheid en daarna generatie na generatie nageslacht aan me komen voorstellen. Hier zijn geen problemen.

Hier is geen kanker.

We duwen uiteindelijk onze fietsen terug op gang en kijken uit naar elke nieuwe bocht, naar elke nieuwe weg. Dit is een ontdekkingsreis. Wat is het heerlijk fietsen.

We doen enkele fikse afdalingen en ik zie een herboren Jacky genieten van de snelheid en het bochtenwerk. Ze heeft de fiets nu beter onder controle en ik kan mijn ongerustheid opzij zetten.

Als we tenslotte aan het woud voor Montargis staan vraag ik de weg aan een eenzame passant. We moeten eerst nog een stuk klimmen en we willen zeker zijn dat we deze klim niet voor niets doen.

De man heeft Napoleon nog persoonlijk gekend en kijkt me vol ongeloof aan als ik de weg naar Paucourt wil weten. Zijn broek is opgebonden met een stuk koord en de kleur van zijn slobbertrui is al jaren onbestemd. Er liggen strohalmen op zijn schouder en kleine witte dingetjes waar ik zelfs niet naar wil raden.

Hij krabt over zijn rode neus, in zijn haren en nog eens over zijn neus.

‘Ken je daar iemand?’ vraagt hij.

Ik leg hem uit dat we er niemand kennen. Zijn verwarde haren zijn grijs maar de haren die uit zijn neus groeien zijn zwarter dan roet.

‘En jullie doen dat… gewoon voor het plezier?’ vraagt hij nog eens.

Ik bevestig en zeg dat we er gewoon naartoe willen fietsen.

‘Bon, dan moet je inderdaad deze weg volgen.’ Hoofdschuddend wandelt hij verder.

Ook hier, in de finale van de rit van vandaag, blijft het genieten tot aan de streep. Er zijn beklimmingen, maar de omgeving is om nooit meer weg te gaan. We moeten door, de ketting moet blijven draaien.

Lourdes wacht op ons.

We houden nog één keer halt om van de plaats te genieten en de sfeer op te nemen en stappen dan op om de laatste kilometers, in afdaling, tot Montargis af te leggen.

Het is amper drie uur in de namiddag en we hebben 75 kilometer op de kilometerteller. Een primeur op onze fietstocht want zo vroeg waren we nog nooit over de streep geraakt. We hebben ruim de tijd om de fietsen en onszelf te verzorgen. Vandaag kunnen we recupereren en krachten opdoen om morgen een heel stuk verder te geraken. Nu duimen voor een volgende windluwe dag.

A Bientot!                                                   
Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 8/9/2011: sezanne-sens

8/9/2011

0 Reacties

 
DONDERDAG 8 SEPTEMBER 2011

Dag 5: Sezanne-Sens; 93 KM. Totaal 533 KM.

Ik heb de fietsen nagekeken en wil net alle bagage op de dragers zetten als Jacky in versnelde pas terugkomt van de hotelreceptie. In eerste instantie denk ik dat ze gewoon enthousiast is en zo snel mogelijk wil vertrekken.

‘Ze hebben zich vergist met de rekening’ zegt ze terwijl ze de rekening laat zien.

‘Ze dachten dat ik alleen was en hebben de prijs van een éénpersoonskamer genomen’

Op de rekening zien we dat de prijs bijna de helft is van hetgeen we in feite moeten betalen. Het ontbijt voor twee personen zijn ze dus ook vergeten.

Op sommige momenten heb je geen woorden nodig.

Alsof we het dagelijks doen gooien we de pakken los op de fietsen en spurten halsoverkop de straat uit. Pas om de hoek stoppen we en maken we de tassen lachend vast.

We voelen ons Bonny en Clyde en gunnen onszelf dit crimineel pleziertje. Schuldig voelen doen we ons niet. Als die receptiebediende ons nu gisterenavond niet had uitgelachen toen we vroegen waar we onze was konden doen hadden we misschien nog de misrekening laten rechtzetten. Nu zullen we straks een goede fles Champagne soldaat maken op haar rekening. Is deze meevaller een goed voorteken voor de dag?

Na die eerste tweehonderd meter spurt ligt het tempo gelukkig wat lager en kunnen we de tocht echt beginnen. Vanuit Sens dadelijk in stijgende lijn naar een speciale, haast onbekende route door het woud.

Al heel snel onverhard en op sommige plaatsen behoorlijk klimmend terwijl de banden doorslippen op de ruwe kiezel. We moeten supergeconcentreerd blijven om valpartijen te vermijden. Kilometers zoeken we onze weg en probeerden we recht te blijven.

Dit is pure offroad. Hier zijn mountainbikes nodig, geen zwaarbeladen wegfietsen. Net op het moment dat ik me de beste tips uit de survivalprogramma’s voor de geest begin te halen zien we het vreemde ronde punt waar dit pad op moet uitkomen en kunnen we dit bos via verharde wegen verlaten.

Als je wil weten hoe de volgende 20 kilometers aanvoelen dan kunnen we jullie enkel maar aanraden om eens een dagje Ardennen te doen. Met de fiets. En gepakt uiteraard. Vergeet niet om de laptop mee te nemen, stop wat boeken in je tas en enkele liters water. Best een dagje uitkiezen met minstens een windkracht 7 en dan heb je na een halve dag een goed idee.

Ik mag beweren dat ik in mijn leven al heel wat kilometers afgetrapt heb. Ik heb echter nog nooit vijfhonderd kilometer aan een stuk met tegenwind gereden. Diezelfde wind, in combinatie met de velden waarin we ook vandaag weer voor het grootste gedeelte op zitten, maakt ook vandaag weer een dag waarop je jezelf soms durft afvragen waar je mee bezig bent.

Die vraag stel je uiteraard niet hardop.

Links en rechts van ons zien we eindeloze zeeën van mais en gerooide velden. Geen enkel obstakel om achter te schuilen. De weg golft met lange opeenvolgende hellingen waarbij je zelfs in de afdalingen amper twaalf per uur kan halen. Mits bijtrappen. Als we op de zoveelste heuvelrug bijna van het zadel geblazen worden betrekt ook de lucht.

Ik kijk omhoog en zie zwarte wolkenmassa’s tekeer gaan als dreigende draaikolken in donker water. Als we hier onze regenpakken moeten aandoen kan dit het eindpunt van de reis worden.

We moeten acht kilometer tot het volgende dorpje en onze kilometerteller komt niet meer boven de tien per uur. De wind blijft bulderen.

Als Jacky breekt dan zal het hier gebeuren.

En komt ze niet in Lourdes.

Ik neem een laatste slok, schakel een tandje groter en ga zo kort langs Jacky rijden dat ik met mijn rechterhand haar achtertassen kan vastgrijpen. Ze kijkt me aan maar zegt niets. Tenminste dat denk ik want in dit kabaal is niets te verstaan.

Ik zoek mijn ritme en diepgebogen over mijn stuur ga ik de strijd aan. Mijn benen vinden de juiste cadans, ademhaling is diep maar regelmatig. De snelheid gaat terug omhoog. Er is hier geen verkeer dus ik hoef me niets aan te trekken van voorbijrijdende auto’s.

Terwijl ik zo kort langs haar fiets zie ik zweetpareltjes in haar nek. Ik bedenk dat dit de eerste keer is dat me dit opvalt. Ze heeft altijd lange haren gehad die haar nek bedekten. Mijn lijf blijft duwen en gaat over op automatische piloot.

Mijn gedachten dwalen af...

Sinds November vorig jaar is ons leven net dezelfde rollercoaster geweest als het monster dat we nu berijden. Zelfs in de afdalingen moesten we bijduwen. De symboliek van deze weg valt ineens op me en ik haal me de lijst van gebeurtenissen voor de geest. Ik vink er enkele aan, wis er een paar en smijt ze in de prullenmand en sorteer de rest. Eentje doet moeilijk en ik weet niet in welke categorie ik het moet rangschikken.

Toen de eerste chemokuur vaststond zijn we samen naar de kapper gegaan om haar haar kort te scheren. De kapper wist van onze situatie en was supervriendelijk. Na een laatste ‘Ben je er klaar voor’ schudde ze het hoofd en sloot ze haar ogen.

‘Begin maar’. Terwijl de tondeuse het werk deed liepen de tranen uit haar gesloten ogen. Ik zag de haren onder de kappersstoel vallen en was getuige van de kortste kapbeurt die Jacky ooit onderging. Zowel in tijd als in haarlengte.

We hebben, hier op dit stuk, onze hele reis misschien kunnen redden want we slagen er zowaar in om dat piepkleine dorpje te bereiken. Meer zelfs, want als we de eerste beschermende huizen passeren geven de wolken hun dreiging op en maakten plaats voor een zonnetje.

Wat een symboliek. Of misschien ook gewoon een belachelijk toeval.

We bestrijden, veroveren en berijden de velden van dorp tot dorp. En uiteindelijk komt de ultieme voldoening: onze eindbestemming van de dag: Sens.

Misschien komt het een beetje raar over. Twee verwaaide, bezweette en bepakte fietsers die bij aankomst in de stad spontaan een boom knuffelen, die duidelijk genieten van muren en omheiningen en alles waar een mens zich achter kan schuilen.

Die een beetje luid tegen elkaar spreken, alsof ze slecht horen of boven gebulder moeten uitkomen. Maar voor beide fietsers is de wetenschap dat de velden voor immer achter hun liggen een heerlijk vooruitzicht.

Morgen een nieuwe dag.

En geen velden.

A Bientot!                                                                           
Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 7/9/2011: reims-sezanne

7/9/2011

0 Reacties

 
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 2011

Dag 4. Reims-Sezanne 95 km. Totaal 440 KM.

'Het Ding' (mijn GPS) versus Jacky (mijn vrouw): 0-1!

Naar Reims rijden is één ding. Eruit geraken is een ander. Ons hotel lag tegenover de Kathedraal van Reims pal in het midden van het centrum van Reims. Dat wil dus zeggen dat we eerst een hele stad moeten kruisen vooraleer we terug op rustige fietsbanen zitten.

Het Ding werd er zenuwachtig van en contacteerde alle satellieten. Blijkbaar had het een slechte lijn te pakken want het duurde een kleine eeuwigheid voor een aanduiding doorkwam: 'Ga Zuid!'

Jacky, zonder kaarten en zonder gps, voelt 'dat ze die richting moet uitrijden' en wijst in de tegenovergestelde richting als waarin het Ding ons met aandrang naartoe wil sturen. Na enkele honderden meters blijkt dat ze ook nog gelijk heeft. Ik neem me voor, uiteraard binnensmonds, elk vooroordeel over het orientatiegevoel van vrouwen achter me te laten.

In Reims, haast in het centrum, ligt een oud kanaal waarlangs de 'Coulee Verte', een soort jaagpad, loopt. Voor ons de ideale weg om zonder druk verkeer uit Reims te geraken. We zijn blij met die meevaller want het alternatief was deelnemen aan de drukte op de wegen. We zien tal van joggers en amuseren ons met het typeren van de verschillende loopstijlen die we telkens met een vriendelijk Bonjour passeerden. De Quickjog, De Jumpjog, De Slowjog en de Catwalkjog.

Na enkele kilometers wordt de Coulee een onverhard pad en is het tempo er weer uit. Het Ding is nog steeds aan het mokken en weigerde zich bezig te houden met onbenullige dingen zoals onverharde routes langs oude kanalen. De kaart en het routeboekje kunnen zich ook niet verzoenen met als gevolg dat we niet zeker weten welke brug voor ons het teken is om het kanaal achter ons te laten.

Op goed geluk en met veel blufpoker kiezen we, puur op gevoel, een brug. Na minder dan een kilometer krijgen we bevestiging van een splinternieuw richtingsbord.

We zitten helemaal goed en we duiken nu de heuvelende wijngaarden van de Champagnestreek binnen. Tijd voor het betere klimwerk, een Ardeense Klassieker waard. De hevige stormwind van gisteren gaat iets bedaarder te werk en de zon laat ons zweten alsof we in een sauna zitten. Vandaag moeten we, hoe ironisch, liters water drinken in de champagnestreek.

Na een dertigtal kilometer komt een lange afdaling en we halen zowaar snelheden van vijftig per uur. We vliegen als roekeloze snelheidsduivels enkele dorpjes door voordat we doorhebben dat de afdaling gedaan is. We genieten van deze tocht en fietsen constant langs elkaar en babbelen over honderd-en-één.

'Stel dat je je gek idee om helemaal naar Lourdes te fietsen kan waarmaken. Wat ga je er eigenlijk wensen als je kaarsen gaat branden?'

Ze antwoordt zonder een seconde na te denken.
'Een stel nieuwe borsten?'
Ik schud het hoofd.
'Zo'n mooie borsten, dat gaat Jesuke geen tweede keer lukken'.
Ze moet erom lachen en antwoordt weer zonder pauze.
'Dan vraag ik gewoon nog een paar jaar bij.'

Ik knik gewoon.

De volgende kilometers is het stil.

Toen Jacky de mededeling kreeg dat ze haar borsten zou verliezen, stopte de wereld even met draaien. Op dat moment hou je er natuurlijk al rekening mee, maar dat speelt zich ergens af in hoofdstuk 106; alternatieve noodplannen W tot Z.

Je hoopt immers, of beter gezegd je verwacht dat er een instant mirakel gebeurt dat ervoor zorgt dat je zal leven zonder zo’n drastische ingreep. Kortom; je wil het niet geloven.
De impact van zo'n nieuws kan je tijdens de eerste minuten niet verwerken. Je hersenen stoppen gewoon, maken kortsluiting en houden zich even bezig met belachelijk onbelangrijke vaststellingen.

De eerste seconden verspilden mijn hersenen met het vastleggen van het feit dat er bakjes latex handschoenen in verschillende maten aan de muur van de kamer hingen. Ik zag een oude horloge aan de arm van de professor en voelde de metalen armleuning van mijn stoel onaangenaam drukken.

Ik beweer dit zonder wetenschappelijke achtergrond, maar volgens mij is dit een reactie van het onderbewustzijn dat hiermee tijd probeert te winnen. Tijd die nodig is  om een backup te maken van alle noodzakelijke levensfuncties. Want als het nieuws eindelijk aankomt gaan je hersenen in kortsluiting.

En dan gaat het licht terug aan. Eerst een beetje aarzelend, wat flikkerend alsof de kortsluiting nog niet helemaal hersteld is maar dan terug op volle lichtsterkte. Je weet dat het de prijs is om te overleven. Wat doe je dan? Gewoon betalen. Doen wat nodig is. Al de rest komt later. En tijdens elke dag van je verdere leven...

Het tweede stuk van de dagtocht belooft weer van de eerste meters hels te worden. Geen kopwind, tenminste niet voortdurend, maar stevige zijwind die in de open velden vrij spel heeft. Onze Coach speelt weer mee. Maakt het spel hard en zet als extra joker ook nog de zon in.

In die mate zelfs dat het enige dat op mijn ondertussen vuurrode hoofd nog ontbreekt, een logo van Ferrari is.

De weg is een rollercoaster, de ene heuvel na de andere, na de andere, na de andere. Ik beloof mezelf plechtig dat ik nooit nog iets met velden te maken wil hebben. Of het nu graanvelden, maisvelden of zelfs voetbalvelden zijn, ik moet er niets meer van hebben.

Op de één of andere manier spelen we het klaar om de kilometers af te malen en belanden we in onze bestemming van de dag: Sezanne.

Op internet zagen we gisteren dat er in dit stadje enkele hotels zijn maar tot onze schrik ontdekken we dat het ene na het andere 'Complet' is. Geen plaats.

We fietsen de straten op en af, op zoek naar het laatste hotel. En dan, in het allerlaatste hotel, kunnen we op de valreep een kamer bemachtigen, net voordat andere gasten hetzelfde proberen te doen.

Het is zes uur en onze kilometerteller staat op 95. Tijd om te chillen.

Gisterenavond gaf ik onze missie weinig slaagkansen. De stormwind maakte het zo zwaar dat het zelfs voor een geoefende fietser een helse klus is. Na vandaag acht ik onze kansen, ondanks het feit dat Jacky vooral de laatste tien kilometer afzag, weer hoger in. We zitten op meer dan vierhonderd kilometer.  Ik sla nu het volgende bladzijde van onze kaartengids om.

Morgen een nieuwe dag.

A bientot!                                                                         
Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 6/9/2011: montherme-reims

6/9/2011

0 Reacties

 
DINSDAG 6 SEPTEMBER 2011

Dag 3. Montherme-Reims 123 KM. Totaal 341 KM.

Ik ben, in heel mijn leven, nog nooit zo blij geweest aan de incheckbalie van een hotel. Maar laten we niet voorlopen op de feiten. Eerst het relaas van een fietstrip die ik voor eeuwig en veel langer in mijn geheugen zal houden.

En misschien ook wel een beetje in mijn benen.

Vanuit Montherme, weer zo'n typisch klein Frans dorpje waar de tijd al enkele decennia stilstaat, naar Charleville Mezieres is er, vanuit het oogpunt van een fietser,  slechts één omschrijving mogelijk als je het over de omgeving wil hebben: grandioos. Nog steeds de Trans Ardennes, weliswaar met kopwind, maar evengoed een luxe fietspad dat van ons minstens vijf sterren krijgt.

Als we in Charleville Mezieres aankomen nemen we definitief afscheid van de Maas, onze rustige metgezel van de voorbije dagen. Wij zoeken, op aanraden van ons routeboek andere bestemmingen op.  Signy l'abbaye, om precies te zijn.

Meer dan heuvelachtig en sterke kopwind. In die mate zelfs dat ik de eerste keer het kleinste tandwiel van mijn tripple moet aanspreken. Twee keer moeten we afstappen op een moment dat het zwaar bergop ging. Niet omdat we de top niet gehaald zouden hebben maar omdat we ineens een koe zagen met hetzelfde kapsel als iemand die we kennen. We riepen tegelijkertijd de naam van deze persoon en kregen zo hard de slappe lach dat we even aan de kant moesten.

De tweede noodstop ontstond weeral door slappe lach: Een windstoot joeg de klep van Jacky's pet omhoog zodat ze het hoofdeksel als een vooroorlogse Flandrien droeg.

Ik probeer Jacky de kunst van het eten tijdens het fietsen bij te brengen. Met dit soort tochten is dit een absolute vereiste. Zonder eten en drinken onderweg zit je hier na een paar uurtjes aan de kant. Ze luistert naar mijn advies en drinkt en eet zoveel ze kan verdragen. Het was ooit anders...

Tijdens de chemo waren de enige, zeldzame momenten van geluk aan mijn kant als ik iets kon vinden dat Jacky daadwerkelijk kon binnenhouden.

Ze zat er zo ver door dat ze zelfs een licht beschuitje, aan stukje banaan of kiwi niet binnenhield. Soms at ze enkel en alleen om mij te plezieren, iets dat resulteerde in een spurt naar de badkamer. Het kwam regelmatig voor dat ze de badkamer zelfs niet haalde en dat we ons moesten reppen om een bakje bij te houden.

Als partner zijn dit vreselijke momenten; je wil helpen, je wil de andere energie geven, maar je staat hoe dan ook machteloos. Erger dan de hazeslaapjes die je aan het ziekbed doet, of in ons geval de zetel. Erger dan de pijnlijke spuitjes die je moet zetten. 

Toen ze na de chemo min of meer weer normaal kon eten was ikzelf ook meer mens. Eén ding werd definitief van het menu geschrapt: IJs. Zelfs de kleinste hap roept zo’n herinnering aan de chemo-behandeling op dat ze er daadwerkelijk fysiek misselijk van wordt.

De voorbije dagen heb ik een haat-zonder-liefde verhouding met mijn GPS opgebouwd. Het Ding, zoals we het nu noemen, heeft een uitermate eigen mening over de beste route. Als gevolg moeten we volledig op de kaarten uit het boek van Guy Rasking vertrouwen.

Het boek heeft trouwens de zeer toepasselijke titel: Met de Fiets naar Lourdes.

Vanmorgen had ik het lumineus idee om in de instellingen van Het Ding een vinkje te zetten bij de Topografische kaart van Frankrijk. Het begon van pure vreugde onmiddellijk aan zijn werk.

'Ga Zuid' sprak het.
'Ga Zuid' orakelde het verder.
Ik vertrouw Het Ding nog steeds niet maar het doet zijn uiterste best om dat vertrouwen terug te winnen.

Vanuit Signy L'abbaye duiken we de zogezegde graanschuren van Frankrijk binnen. En of we dat geweten hebben. Sta me toe even Guy Rasking te citeren: 'Voor ons liggen enorme graanvelden zonder enige mogelijkheid tot bescherming tegen tegenwind, kletterende regen en enorme hitte die uit de velden komt'.

Hij gaat met heerlijk leedvermaak zo mogelijk nog enthousiaster verder met: 'Zelfs bergaf is het hard bijtrappen met tegenwind...'

We flirten met snelheden van rond de tien kilometer per uur en zien de ene na de andere heuvel verschijnen. De stormwind blaast ons recht op de neus en maakt van deze fietstocht een cavalerietocht. Ik probeer Jacky af en toe wat bij te duwen om ervoor te zorgen dat ze met haar lichte gewicht op de fiets blijft.

We delen de tocht nu in in stukjes van dorp tot dorp. Enkel en alleen om de moed erin te houden. Zes tot tien kilometer fietsen, en dan ontdekken dat er opnieuw zo'n stuk aankomt. En opnieuw. En opnieuw...

Het is ondertussen meer dan tijd geworden om een hotel te zoeken. Maar... we zitten in het midden van enorme graanvelden waar geen huis, laat staan een hotel te vinden is.

Als we uiteindelijk in een uitgestorven dorpje het plaatselijk hotel annex café bereiken moeten we tot onze ontgoocheling vaststellen dat dit niet de plaats is waar je vrijwillig wil overnachten. Een verzameling plaatselijke dronkaards zingen ter hardst en moeten zich aan de toog vasthouden om enigszins recht te blijven. De groezelige cafébaas probeert te dirigeren met een hooggeheven glas. Gemorst bier druipt van zijn armen.

Als ik terug buiten sta leest Jacky mijn gezicht, zucht eens en duwt zonder veel woorden haar fiets terug de weg op.

Ten einde kracht gaan we door de grens en ontdekken we de enige optie: Doorworstelen naar Reims.

Er wordt nu nog weinig gesproken, niet alleen omdat de wind een vreselijk kabaal maakt, maar ook omdat we onze eigen gedachten proberen te ordenen. En ons telkens focussen op het volgende hoopgevende horizontje.

Als ik op een gegeven moment langs haar fiets kijkt ze me aan.
'Ik draag elke top op aan iemand die ik ken. Dat is mijn manier om ze te overwinnen.'
‘Deze is voor jou’.
‘Dank je wel’ antwoord ik.

Eén van de grootste zegeningen van het internet is het feit dat je alle informatie van de wereld op je scherm kan oproepen. Eén van de grootste vervloekingen van het internet is het feit dat je alle informatie van de wereld op je scherm kan oproepen.

In de eerste weken en maanden van de eerste episode van ons nieuwe leven spendeerde ik een ongezonde hoeveel tijd aan het opzoeken van zoveel mogelijk informatie over borstkanker. Het was alsof ik bevestiging zocht dat we hier door zouden geraken. Ik moest gewoon lezen dat mensen dit overleefden, dat ze een toekomst hadden en nog lang en gelukkig konden leven. Ik was op zoek naar het ultieme wetenschappelijk verslag waar mijn hoop zwart op wit bevestigd werd. Terwijl Jacky nog in Leuven was ging ik de nacht in op zoek naar overlevingskansen bij verschillende stadia van tumoren. Afhankelijk van de grootte en de soort kon je dan in statistieken zien hoeveel kans je had dat je gammele schuit ging zinken.

Ik las blogs van vrouwen die hun verhaal wilden delen met toevallige lezers zoals ik. Een aantal zaken waren herkenbaar maar naarmate ik meer blogs las kreeg ik de indruk dat vooral degenen die in nog slechtere papieren zaten zich de moeite deden om te schrijven. Een aantal blogs stopten zelfs abrupt en deden vermoeden dat de schrijfster haar laatste verhaal niet kon afmaken. Gezonken zonder nog land te zien.

Ik zocht de bijwerkingen op van de medicatie die Jacky moest nemen.

In sommige gevallen kreeg ik het gevoel dat de ontdekker van bepaalde medicatie minstens zwaar sadomasochistische trekken had. Na het lezen van in details beschreven nevenwerkingen of beperkingen vroeg ik me af wat nu in feite de ergste kwaal was: de ziekte die je deze pillen deed slikken of de pillen zelf. Ik las over zin en onzin van de meest bizarre alternatieve behandelingen die je kon indenken.

Waar ik vroeger naar wielersites surfte vond ik me nu een hele tijd lang op sites over borstamputaties en bekeek voor- en na-foto’s. Ik las over technieken van borstprotheses en vond fabrikanten voor speciale kleding voor mensen met protheses.
Na een tijd stopte ik met die overdosis informatie.

Niet alle dingen op internet zijn wetenschappelijk gefundeerd. Verder wou ik ook de map Grote Zorgen van mijn interne mentale harde schijf ontlasten. Dat geheugen raakte immers behoorlijk vol. Ik koos er ook voor om, weliswaar voorzichtig, vertrouwen te hebben in de begeleiding van onze Leuvense Helden.

Als je geen vertrouwen hebt is de rust, in hoeverre die nog kan bestaan, ook verloren. Ik wou de weg vrij hebben om onze eigen route te kiezen. Licht reizen.

Mijn brandstof was hoop, vertrouwen en een onverbiddelijkheid die klaar stond om de man met de zeis hoogstpersoonlijk een lesje te leren als hij durfde opdagen.

Tenminste, dat wou ik graag geloven.

We vertrokken vanmorgen om iets na acht.
123 Kilometer later, om welgeteld half negen komen we verwaaid, bestoft en bezweet in Reims aan. Op andere momenten is een avondlijke fietstocht door Reims ongetwijfeld een toeristische aanrader. De terrassen zitten vol met mensen, de etalages gooien hun licht gratis op straat.

Wij willen echter zo snel mogelijk onder de douche. Toch zijn we een beetje kieskeurig bij het kiezen van een hotel want pas bij onze derde poging vinden we er eentje die internet op de kamer heeft.

We zien het als een extra bonus voor vandaag. De trui in het classement van volharding en strijdlust is vandaag immers voor ons. We staan in de balie van een sterrenhotel en als we willen inchecken zien we de twijfel van de dasdragende hotelbediendes.

Als we eruit zien hoe we ons voelen dan kunnen we ze ook nog begrijpen.

De kamer is fantastisch en ontvangt ons met alle dingen die we nu goed kunnen gebruiken. Van een heerlijk warm bubbelbad met zoete geurtjes tot een verlichte niagara-douche. Zachte handdoeken, kingsize bed en een roomservice die zich geen moeite spaart.

Tijd om te recuperen.

Morgen doen we er een stuk minder. Beloofd!

A bientot

Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 5/9/2011: wepion-montherme

5/9/2011

0 Reacties

 
MAANDAG 5 SEPTEMBER 2011

Dag 2. Wepion-Montherme 104 km. Totaal 218 km. 

Hier mogen we nooit meer komen.

Tenminste, dat zouden we wel willen maar na ons vertrek uit het hotel heeft het management ons ongetwijfeld op een zwarte lijst gezet. De helft van hun ontbijtbuffet bleef eraan. Iets wat ze helemaal aan ons te danken hebben. We voelen ons uiteraard niet schuldig want ten eerste hebben we de calorieën nodig om verder te geraken en ten tweede bleek het beloofde gratis internet betalend te zijn.

Vanuit Wepion is de Maas vandaag weer de rode draad. Op papier konden we een jaagpad volgen maar de eerste twintig kilometer hebben we zowaar enkele keren moeten fiets-klunen. De fiets aan de hand en proberen de hindernissen te overwinnen zonder om te vallen. Ooit zal dit een heerlijke fietsweg worden, maar voorlopig kunnen we het klasseren onder Parijs-Roubaix toestanden. Kasseien, of iets wat ervoor moet doorgaan, liggen rotslecht op elkaar, langs elkaar of zelfs gewoon langs de weg. Op enkele plaatsen is het pad zelfs helemaal verdwenen en staan arbeiders gezamenlijk te kijken hoe ze dit logistiek probleem moeten aanpakken.

Het tempo is laag maar de moreel gelukkig nog hoog. Tenminste, dat van ons, niet van die arbeiders.

Jean-Marie, onze wereldberoemde fietsenmaker uit Bokrijk, zou er acute hoofdpijn aan overhouden als hij zag hoe de fietsen over de stenen rammelden en denderden. Hij heeft zijn werk weer goed gedaan want onze fietsen overleefden het.

Vanaf Dinant is het jaagpad gelukkig beter en kunnen we weeral genieten van de belachelijk mooie uitzichten. We fietsen in de zon, maar de kopwind is hevig. Ik probeer een waaier op te richten maar Jacky vertikt het om in mijn wiel te blijven.

We rijden Frankrijk via Givet binnen en besluiten daar een bocht van de Maas af te snijden door linea recta naar Vireux Wallerand te fietsen. In principe zou ons dit enkele kilometers winst opleveren.

Dit stukje weg, de D8051, zal nooit uit mijn geheugen gaan. Een werkelijk krankzinnige stormkopwind gaat als een razende tekeer en gebruikt dit stuk Maasvallei als een windturbine.

We geraken amper vooruit en twee lange steile beklimmingen doen me voor de eerste keer tijdens deze tocht denken dat Jacky gaat breken.

Dat doet ze heel even.

Een meter of tien.

Het volgende moment zou eigenlijk vergezeld moeten zijn van een stukje melige muziek uit de film Rocky. Sommige van onze bewegingen spelen zich sowieso al in slowmotion af dankzij de wervelwind, maar de heropstanding van Jacky is iets dat ik niet kan begrijpen. Als ex-renner weet ik wanneer anderen 'de klop van de hamer krijgen' en weet ik dat het normaal daarna richting bezemwagen gaat.

Zij gaat door. Ik vraag me af wat haar drijft.

Na dat uitdagende, maar mooi stuk weg komt de verlossende afslag en vinden we langs de Maas de Trans-Ardennes, een luxe fietspad annex jaagpad. Deze fietsdroom moeten, of beter gezegd, mogen we blijven volgen tot onze eindbestemming van vandaag.

De kopwind blijft hevig maar dankzij enkele stops en een uitgekiend duwtje op cruciale momenten bereiken we Montherme op het moment dat de kerkklok zeven uur slaat.

Wat een zware, maar intens mooie dag...

We vinden een kamer in een oubollig, klein hotelletje. Omdat we de enige gasten zijn wisselen we na een verkenning onze kamer in voor een andere zodat we gebruik kunnen maken van een niet beveiligde internet router. Als we de kamer verlaten moeten we een route volgen die ons via verschillende trappen, elk uit een ander deccenia, en een paar privé-vertrekken waar de alleroudsten van het dorp een breimarathon houden, uiteindelijk buiten brengt.

Het hotelrestaurant is sinds de bevrijding niet meer gebruikt en we besluiten spontaan om ons avondeten elders te nuttigen. In een klein dorp liggen die mogelijkheden niet zo dik gezaaid maar uiteindelijk slagen we nog net voor sluitingstijd om een vreemde combinatie van lekkernijen te kopen in de plaatselijke winkel. Discreet smokkelen we onze waardevolle schat naar onze kamer en organiseren we een heerlijke  en gevarieerde avondpicnic.

We genieten na, liggen en hangen languit op bed en spelen de gebeurtenissen van de dag nog eens af. We bekijken het weerbericht van morgen, lezen wat mails. De deelnemers van de breimarathon tellen beneden enthousiast hun steken en sluiten dan luidruchtig de dag af.

Morgen onze eerste hele dag in Frankrijk.

A Bientot!       

Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 4/9/2011: Genk-Wepion

4/9/2011

0 Reacties

 
ZONDAG 4 SEPTEMBER 2011
 
Dag 1: Genk-Wepion. Dagtotaal 113 Km.

We fietsen, duwen en zwoegen. Onze kettingen zoeken knarsend een kleiner kroontje en handvatten kreunen onder de kracht van onze handen. De beenspieren protesteren bij zoveel mishandeling. We fietsen zwijgend verder, sparen onze adem.

En dan zijn we eindelijk uit de garage.

Onze fietstocht is nu officieel begonnen.

De weerdirigent heet ons welkom met een daverende donderslag als we de allereerste meter in de buitenlucht fietsen. De lucht is beladen met dreigende, donkere wolken maar niets kan ons van onze queeste laten afzien. Na amper honderd meter vraagt een passant waar we naartoe fietsen.

'Naar Lourdes!!' roepen we tegelijkertijd.

Onze eerste tussenstop, na zes kilometer, is voorzien bij Jacky’s mama die ons in gezelschap van broers en zussen op  een overdadig ontbijt trakteert. Als we arriveren proberen enkelen een testritje op onze beladen fietsen.

In bookmakerskringen dalen onze kansen om Lourdes per fiets te bereiken met sneller dan de aandelen van Facebook. Het is zo duidelijk wat ze denken dat ze evengoed een grote tekstballon boven hun hoofden konden houden met daarin de woorden ‘Dat gaat nooit lukken’.

De blikken van de testrijders spreken boekdelen en slechts met uitermate getalenteerd gevoel voor toneel houden ze hun wenkbrauwen op positie.

Het ontbijt, om even de understatement van de eeuw te gebruiken, bevat genoeg calorieën om de hele etappe tot Lourdes in één ruk af te leggen. Even verdenk ik de familie dat ze hiermee hun schuldgevoel om ons te laten vertrekken proberen te compenseren.

En dan, terwijl we met z'n allen aan tafel zitten, braken de wolken hun kletsnatte lading uit.

Het regent.
Het regent hard.

Ik zie ongeruste blikken over de tafel gaan en merk een beetje zenuwachtig stoelgeschuifel en ingehouden gekuch op. Er gaan wat veelzeggende blikken op en neer. Ze kennen onze vastberadenheid maar een dappere ziel durft het aan om een voorstel te doen om ons de eerste vijftig kilometer een lift te geven. We vegen dit uiteraard genadeloos van tafel.

Die uitbarsting van karakter, altijd wat gemakkelijker als je voldaan en droog aan een tafel zit, maakt indruk op onze Coach hierboven. Hij laat het regenen onmiddellijk uit het programma schrappen en sluit de hemelsluizen. Dat is ons teken. We begrijpen Hem. Het is nu tijd om verder te gaan.

Het afscheid is kort en emotioneel, nog snel een knuffel en dan rijden we onder luid applaus weg.

We zijn nu echt vertrokken en fietsen naar Tongeren waar Jacky nog snel een kaarsje voor een behouden reis gaat branden in de Onze-Lieve-Vrouw Basiliek. Als we de aanloop naar deze plaats even vergeten kunnen we zeggen dat onze reis van de ene Lieve Vrouw Basiliek naar de andere gaat. Waarbij we dan de afstand van duizend en zoveel kilometer gewoon affietsen.

Aan de ingang van de basiliek zit een oudere vrouw bedelend met een blikje te rammelen. Ze zit op een oud versleten deken op de grond en kijkt niemand aan.

Jacky gooit wat geld in het bakje en de oude vrouw murmelt iets onverstaanbaars. Ik hoop dat ze een sterke bezwering uitspreekt die ons voor tegenwind, platte banden en regen zal behoeden.

De ontvangst in Tongeren is zwaar overdreven, maar iets later ontdekken we dat de voorbereidingen niet alleen voor ons zijn. Vandaag beginnen de Tongerse Feesten. Over timing gesproken.

We doen ons allereerste terras van deze reis en terwijl we van een hete koffie genieten kijken we naar de drukte die rond de bronzen Ambiorix voor onrust zorgt. Het is nog redelijk vroeg in de voormiddag en er worden tentjes opgezet en stoelen afgeladen terwijl de aanwijzingen luid over en weer geroepen worden. We zijn er klaar mee, rekenen af en springen op de fiets.

De weg naar Huy is zwaar, niet alleen door de tegenwind, maar vooral wegens het vele klimwerk. We voelen het gewicht van de bagage maar moeten nu eenmaal in Huy geraken. Hier en daar moeten we werkelijk door modder ploeteren, een souvenir van de bui die ons blijkbaar overal voorafgaat. Wijzelf blijven, op het zweet na, volledig droog.

Terwijl we in Huy eventjes halt houden om de juiste route te zoeken neemt een fietsend lokaal koppel ons even op sleeptouw. Ze willen ons zelfs helemaal tot Namen vergezellen maar vanaf het moment dat we zeker van de route zijn bedanken we hen en verzekeren we ze dat we verder kunnen. De plaatsen op onze reis zijn immers gelimiteerd tot twee.

Ik zie Jacky de ene beklimming na de andere afwerken. Ik weet dat het haar pijn moet doen, daarvoor is de behandeling nog te vers. Maar tegelijkertijd zie ik ze genieten. Is het het avontuur of de vrijheid? Is het de frisse buitenlucht na al die gefilterde zuurstof van binnenkamers? Is het de wetenschap dat ze er überhaupt nog is?

Twee dagen na het nieuws van een kwaadaardig dubbel gezwel startte in Leuven intensieve onderzoeken naar uitzaaiingen. Gedurende twee weken zaten we overdag in Leuven, ‘s avonds waren we thuis.

Die weken hadden we gesprekken die gingen over doodgaan en laatste wensen. Daar sprak je vroeger ook eens over, als je naar huis reed na een begrafenis of als je een overlijdingsbericht van een bekende in de krant las.

Dat waren dan meer terloopse opmerkingen. Wil je begraven worden of gecremeerd? Wil je veel volk in de kerk of wil je geen dienst in de kerk? Je kon dan een soort oppervlakkige luxe antwoorden geven omdat het toch niet echt aan de orde was.

Maar nu lagen de kaarten anders. Deze gesprekken waren ernstig want de generale repetitie was voorbij. Het ondenkbare, het onuitspreekbare kwam ter sprake.

Hoe moet het verder? Als je achterblijft. 

Tijdens één van haar slapeloze nachten schreef ze een uitgebreide afscheidsbrief die ik alleen mocht lezen als het uiteindelijk mis zou gaan. Ik heb die brief lang in handen gehad, nog gesloten in een omslag, na een tijdje nat van de tranen.

Als je ooit eens een echte crash wil meemaken dan volgt hier een gouden tip: hou iets in handen waarvan je weet dat het de allerlaatste gedachten van je Grote Liefde zijn.

Hoe kan een mens hiermee omgaan?

Uiteindelijk heb ik de brief nooit moeten lezen.

Vanaf Huy is de Maas onze leidraad. We mogen haar kilometers lang vergezellen en fietsen op het jaagpad. We zitten in de mooiste omgeving en stoppen een paar keer om te genieten van zon, uitzicht en vooral van elkaar. We passeren het toeristische Namen en beslissen iets verder dat het tijd wordt, half acht om precies te zijn, om de fietsschoenen voor vandaag aan de haak te hangen. We zitten in Wépion. Een dagtrip van 113 kilometer.

We fietsen dwars door de achtertuin van een hotel met uitzicht op de Maas en we belonen onszelf met een ruime hotelkamer. De douche is hemels en we maken van onze kamer een gezellige voorlopige thuis.

Veel later zitten we met een versgezet koffietje op onze eigen terrasje en bewonderen we in stilte de heldere sterrenhemel. Als kers op de taart krijgt Jacky zowaar een vallende ster cadeau.

Als ik haar vraag wat ze gewenst heeft lacht ze gewoon. 'Wat denk je zelf?'

A bientot!   

Foto
0 Reacties

fietsreis lourdes 03/09/2011: stilte voor de storm

3/9/2011

0 Reacties

 
Vrijdagnacht. Stilte voor de storm

Het is vrijdagnacht, technisch gezien al zaterdag, dus in theorie vertrekken we morgen.

Als ik in bed lig is de slaap ver. Ik denk terug aan die vrijdagavond, enkele maanden geleden.

De allereerste ontmoeting met de behandelende professor was stap één van onze gezamelijke actie in het post-kanker-nieuws tijdperk.

Aanval Numero Uno in ons nieuwe leven. We hadden het nieuws op vrijdagavond gekregen en hadden die eerste nacht nodig om de stukken van ons hart en ziel terug een beetje bij elkaar te zoeken. Laten we zeggen dat dat niet zonder slag of stoot ging. Enkele van die stukken zijn nog steeds spoorloos.

 

De dagen van dat weekend gebruikten we om onze familie en vrienden zo voorzichtig mogelijk op de hoogte te brengen. Het was voor ons bijna vanzelfsprekend om de keuze te maken om open en vrijuit over ons horrorprobleempje te vertellen.

Niet dat we hen met zorgen wilden overladen maar omdat het de situatie ingewikkelder en moeilijker zou maken als we energie zouden steken in het bouwen van een afwerende muur.

 

Waar wij de eerste emotionele klap al wat konden verwerken - lees; van ons af huilen- was het voor onze omgeving natuurlijk moeilijker. Nu was het hun beurt om in de pret te delen. We hadden ons voorgenomen om het heel voorzichtig te vertellen maar veel ervaring op dat niveau hadden we nog niet.

Hoe begin je zoiets te vertellen? Je kan moeilijk afkomen met ‘Hallo Mama, alles goed? En by the way, Jacky heeft borstkanker. In beide borsten. Is dat niet straf?’

Dat probleem loste zich vanzelf op want na de droge opening ‘we moeten iets vertellen, maar schrik niet’ kwamen de tranen van Jacky en mezelf en was de andere partij heel erg opgewarmd. Er is wat afgehuild en afgeknuffeld, dat weekend.

 

Tegen maandagmorgen waren we er echter in geslaagd om krijgsraad te houden. De hoofdlijnen van ons strijdplan stonden uitgetekend. Via Jacky’s achtergrond als verpleegster kenden we de namen van de beste specialisten van Belgie. Alleen zij kwamen in aanmerking om ons te behandelen. Eerst een bezoek bij onze huisarts, die via de uitslag al op de hoogte was. De wachtzaal zat vol en na een snel woordloos beraad beslisten we om gewoon voor de deur van haar onderzoekskamer te wachten. Onze dokter had uiteraard begrip voor dit voorkruipen en liet ons als volgende patiënten binnen. Ze sprak ons moed in en luisterde naar onze wens om een bepaalde professor te spreken. Toen ze de naam hoorde waarschuwde ze dat die professor een wachtlijst had. Ze deed echter haar best deed om een onmiddellijke afspraak te versieren met Professor N. uit Leuven.

Zelfs indien dat niet was gelukt waren we gewoon naar ginder gereden om in hun wachtzaal te kamperen.

 

Jacky’s uitdagende en fascinerende kanker-met-opties moet de aandacht getrokken hebben want we mochten onmiddellijk naar Leuven rijden waar men op ons zou wachten. Goed nieuws met een zware dubbele boodschap.

Nog diezelfde morgen zaten we in de ontvangkamer van ‘onze’ professor.  Vanaf de eerste handdruk voelden we een soort positieve klik. Hij bekeek de foto’s en het verslag en was heel open. We moesten nu natuurlijk eerst verdere onderzoeken ondergaan om te kijken in welk stadium de tumoren waren en in hoeverre er sprake was van uitzaaiingen. Hij somde vervolgens de behandelingen op die zouden volgen, afhankelijk van de onderzoeksresultaten.

 

Op een gegeven moment vroeg ik wat er gedaan zou worden als er inderdaad uitzaaiingen zouden zijn. De eerste keer dat ik die vraag hardop aan iemand stelde.

‘Dan is geen genezing mogelijk’ zei hij.

‘Dan is er enkel behandeling om de verdere levensverwachting zo lang mogelijk te rekken.’

 

En daar zat ik.

Ik keek zelfs niet naar Jacky.

Had hij dat nu echt gezegd? De woorden ‘geen genezing’ en ‘zo lang mogelijk rekken’ echoëden in mijn hoofd. Veroorzaakten een kettingreactie die op punt stond mijn hart te stoppen. In mijn binnenste sloeg een wilde kudde paniekpaarden in razende galop op de vlucht, hun hoeven diep inhakkend op mijn leven.

Wacht eens even, ik had het boek van Lance Armstrong gelezen! Die man is genezen van kanker met uitzaaiingen in longen en hersenen! En heeft daarna nog een paar keer de Ronde van Frankrijk gewonnen! Dat van die Ronde hoeft Jacky nu niet perse na te doen, maar waarom zou zij niet kunnen genezen, zelfs ondanks de aanwezigheid van uitzaaiingen?

De kudde hield even in, mijn hart sloeg terug. Mijn brein reageerde eenvoudig met de errortekst ‘antwoord verkeerd begrepen’. Ik zocht nog eventjes naar ondertitels maar aangezien die al uit beeld waren herhaalde ik mijn vraag.

‘En wat als er uitzaaiingen zijn?’ hoorde ik mezelf opnieuw vragen.

De man, onze Held, onze Generaal, had duidelijk ervaring met dit soort situaties.

Heel rustig en kalm herhaalde hij zijn vorig antwoord. Hij gooide er nog een bonus bovenop: ‘Maar sommige van mijn patiënten zijn nog oud geworden.’

De eerste onderzoeken zouden al de volgende dag starten. Het pokeren was al begonnen.

 

Het weerbericht klinkt niet echt veelbelovend maar daar gaan we pas bij blijven stilstaan als onze fietstocht echt begint.

Met dat stilstaan wil ik even benadrukken dat dit figuurlijk gesproken is. Na alles wat we meemaakten staat regen trouwens niet echt meer bovenaan onze zorgenlijst.

Onze voorbereidingschaos is vandaag ineens tot een punt gekomen dat verdacht veel op orde lijkt. De logeerkamer was de laatste dagen herschapen tot een commandocentrum vol regenpakken, fietsspul, bagagetassen, fleecetruien, boeken, kaarten en zaken die absoluut niet tot het standaardpakket van een fietsreiziger behoorde maar die spontaan verschenen als ik de kamer verliet.

Uit ervaring en uit het lezen van tal van reisverhalen weet ik dat we onze bagage tot een minimum moeten beperken. Tijdens beklimmingen zal je elke overbodige kilo evengoed moeten meesleuren.

Maar plots vielen alle puzzelstukken ineen en hadden we professioneel uitziende fietsbagage. Tijdens het pakken hebben we toegevingen moeten doen maar desondanks zijn een paar dingen in compromis mee. In principe hebben we alles mee wat nodig is plus als bonus enkele boeken.

Morgen nog een beetje proviand opslaan in een winkel onderweg. Morgen zijn we vrije nomaden.

Het winkelen was vlak na de chemokuur een speciale gebeurtenis. Je krijgt je haar niet zo snel terug zodat Jacky nog een tijdje kaal rondliep. Omdat ze geen pruik wou dragen en meestal met een petje rondliep had ze in de winkel behoorlijk bekijks. Het gebeurde regelmatig dat mensen een spierverrekking in hun nek opliepen omdat ze hun nieuwsgierig hoofd te ver omdraaiden.

Hun eerste blikken gingen uitgebreid naar Jacky en daarna naar mij. Ik maakte er een sport van om zo lang mogelijk in hun ogen te kijken, maar op een enkele uitzondering na werden de blikken na een paar seconden afgewend.

 

Als er al ooit een boek zou geschreven worden over hoe men met kankerpatiënten moet omgaan dan zou les 612 het volgende leren: Als je iemand ziet die chemo achter de rug heeft (geloof me, je kan het duidelijk zien); doe gewoon. Maakt het gemakkelijker voor iedereen.

Heel snel ontdekten we het voordeel van een kaal, mager hoofdje. Zelfs in de langste rijen voor de kassa gingen mensen spontaan opzij om die zieke vrouw voor te laten. Iets waar wij natuurlijk ten volle van profiteerden. Als grap heeft ze ooit eens haar pet afgezet. Het scheelde niet veel of ze mocht de inhoud van haar korfje gratis meenemen.

Vanaf morgen schrijven we vanop onze eerste bestemming. Morgen rond deze tijd weten we tot waar we geraakt zijn.

     

0 Reacties

fietsreis lourdes 02/09/2011: losgereden

2/9/2011

0 Reacties

 
Losgereden

Ik fiets nog vlak achter haar en verwonder me over de snelheid die ze uit haar dunne benen tovert. Het is dan wel niet bergop maar een blik op mijn kilometertellertje laat mijn wenkbrauwen omhoog schieten. Net zoals mijn hartslag.

Ze neemt een meter voorsprong en ik zie dat ze haar hoofd een beetje draait om de omgeving op te nemen. Ik kan enkel naar haar kijken. Toen haar haren na de chemo terug begonnen te groeien hadden ze een soort peper-en-zout kleur. Ik noem het 'Designer Grey', zij omschrijft het als 'Trauma-grijs'.

Veel tijd om hierover na te denken heb ik niet want de meter van daarnet is ondertussen een volwassen voetbalplein geworden.

Wacht eens, ik ben hier de getrainde fietser! Ik probeer te roepen, maar de adem ontbreekt. Hoe harder ik fiets, des te groter wordt haar voorsprong. Het lijkt alsof de stormwind die ik op kop krijg haar een duw in de rug geeft en ik verlies haar helemaal uit het oog.

In een ultieme krachtinspanning sta ik recht op de trappers en dan wordt het zwart voor mijn ogen...

Als ik terug kan zien, kijk ik naar de wekkerradio langs mijn bed. Het is tien minuten voor vijf.

Wat een droom.

Na de eerste chemo dachten we dat de schade nog ging meevallen. Dat idee werd ons enkele uren gegund. Toen we ‘s avonds na die allereerste chemo-toediening onze besneeuwde oprit samen ontruimden hadden we een idioot optimistisch gevoel. Was dit nu waar je zoveel vreselijke verhalen over hoorde?

Daar zouden wij ons wel eens eventjes doorheen dansen. Het werd even later een kort dansje.

 

We wisten toen nog niet dat de volgende beurten telkens dieper sneden, maar op dat moment probeerden we er gewoon het beste van te maken.

 

Net voor de eerste chemokuur haalde Jacky het boek van Raymond van de Klungerd, ‘komt een vrouw bij de dokter’.

Het is een verhaal geschreven door de echtgenoot van een vrouw die een knobbeltje in haar borst ontdekt. De eerste diagnose klinkt ongevaarlijk maar als blijkt dat het over een agressieve vorm van borstkanker gaat zijn chemo, bestraling en borstamputatie de volgende stappen.

Het is een rauw verhaal, zo recht voor de raap geschreven dat het hilarisch is. Ze weigeren zich als cliche-kankerpatienten te gedragen en zijn er heilig van overtuigd dat zij dit kreukje in hun leven wel even zullen wegstrijken.

We lezen het boek samen en lachen hard met sommige herkenbare situaties in behandeling en wachtkamers. Nadien citeren we soms uitspraken uit het boek als we in de wachtzaal dezelfde observaties maken.

Het lachen vergaat me als ik de laatste hoofdstukken van het boek verwerk. De vrouw heeft uitzaaiingen en de behandelingen zijn nu uitsluitend om haar leven te verlengen.

Ik wil het boek helemaal niet meer verder lezen maar tegelijkertijd kan ik niet stoppen. Iets dwingt me om verder te lezen.  Ik verwerk de bladzijden nu alleen. Als de vrouw uit het verhaal sterft kan ik met moeite mentaal overleven.

Het duiveltje is terug. En steekt een mes in mijn hart dat door niemand kan worden uitgetrokken.

 

Tijdens de voorbereiding van deze reis kwam kwam ik op de foto van het Jacky’s zieke hoofd uit. Je kan de ellende zo in haar ogen lezen.  De foto is enkele maanden geleden gemaakt, maar ik zal me altijd het moment herinneren dat ik door de lens keek. Op dat moment was ik even een buitenstaander.

En brak mijn hart.

Jacky had haar haren zo kort mogelijk geschoren omdat ze als verpleegster wel degelijk wist wat zou volgen. Vanaf de tweede kuur waren de haren helemaal weg. In de loop van de jaren had ik wel eens een film gezien of een boek gelezen waarin het moment komt dat een kankerpatiënt voor de spiegel zit en handenvol haar verliest. Als je dit vanuit de luxepositie van niet betroffen toeschouwer ziet is het al aandoenlijk.

We hebben deze scene, dankzij die beslissing van Jacky, kunnen vermijden.

Diezelfde vrouw begint dit weekend aan een tocht die ik op dat moment ondoenbaar achtte. Ik denk aan het moment toen ik de hele route in gele fluorstift op een grote kaart van Frankrijk uittekende. Toen ik klaar was en de kaart vanop afstand bekeek leek de fluorlijn eindeloos. En zij gaat dat hele stuk meter per meter fietsen. Hoe komt het dat ze dit klaar krijgt?

Nog één dag.                                                                              
0 Reacties

fietsreis lourdes 01/09/2011: thelma en louise

1/9/2011

0 Reacties

 
Thelma en Louise

Sommige van onze conversaties kunnen voor buitenstaanders een tikkeltje vreemd overkomen.

Zo waren we vandaag bijvoorbeeld de inhoud van onze fietstassen aan het bespreken.

'Welke borsten zou ik meenemen?'

Het is duidelijk van wie die vraag kwam.

'Als je er echt wil meenemen zou ik de gemakkelijkste meenemen.' Antwoord ik eerlijk.

Geef toe, welke vrouw heeft de luxe van het kiezen?

'Misschien mijn zwemborsten' overwoog ze.

'Ach wat, ik zie morgen wel. Misschien laat ik ze ook gewoon hier.'

Gisteren brachten we onze huisgenoten, de ragdolls Thelma en Louise, naar hun tijdelijke gastgezin. De kinderen van Jacky's broer verheugden zich enorm op de komst van onze twee kanjers van huiskatten. Vandaag kregen we al een mailtje met foto's waaruit blijkt dat ze zo mogelijk nog meer verwend worden dan hier. We hoeven ons dus niet ongerust te maken over onze poezen.

Bij nader inzien maken we ons meer zorgen over degenen die op hen moeten letten.

Nog twee dagen...

Foto
Foto
0 Reacties
Voorwaarts>>
    Belgium author spins action and suspense in new novel.
    | By Norie Enn Libradilla
    BELGIUM — Author Guido Kees announces the nationwide release of his new book “The Pencil,” where he shares a magical and suspenseful new story.

    Archieven

    Januari 2019
    December 2018
    Mei 2017
    Maart 2017
    November 2016
    Oktober 2016
    Augustus 2016
    Juli 2016
    Mei 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    Oktober 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    Mei 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014
    Oktober 2013
    September 2013
    September 2011
    Augustus 2011

Copyright Guido Kees 2014